Origanum majorana L.
Nederlands: Marjolein
Familie: lamiaceae
Gebruikt deel: de bloeiende toppen
Marjolein komt oorspronkelijk uit Azië. De plant groeit vrij algemeen rond de Middellandse Zee, hoewel ze ook in onze streken, gekweekt, voorkomt. Marjolein houdt van een droge, zonnige standplaats.
Eigenschappen – indicaties: Bactericide – kalmerend – angst – astenie – tranquiliser – neurovegetatieve dystonie – pijnstillend – keelontsteking – otitis – thinitis – sinusitis – bronchitis – vaatverwijdend – diarree – enterocolitis – reuma – anafrodisiacum - aften
Gebruik: Verstuiven – bad – massage - inname
Emotioneel:
Negatief: verdriet – spanning – stress – extreme situaties
Positief: kracht - rust
Samenstelling: 10% sabineen – 10% myrcreen – 20% terpineen – 6% paracymeen – 7% terpinoleen – 3% ß-carryophlleen – 5% linalol – 23% terpine-1-ol-4 – 6% terpineol – 18% thuyanol – linalyl-acetaat – terpenyl-acetaat
Uiterlijk: Een waterachtige lichtgele of amberkleurige vloeistof
Vluchtigheid: middentoon
Goed te combineren met: bergamot, cipres, cederhout, lavendel, rozemarijn